FC5: Scherm 1: FAQ

Veelgestelde vragen (FAQ)

Hieronder vindt u de meest gestelde vragen m.b.t. de meldcode kindermishandeling.

Er kunnen zich situaties voordoen waarin de beroepskracht alleen door deze te bespreken met derden (zoals Veilig Thuis) kan helpen, terwijl er voor dit spreken geen toestemming is van ouders. Er kan in dat geval sprake zijn van een conflict van plichten. De plicht om te zwijgen vanwege het beroepsge­heim botst met de plicht om te helpen juist door met een ander over het kind/de kinderen en de ouder(s) te spreken. Het gaat dan altijd om een ernstige situatie en hulp alleen geboden kan worden door een ander bij de aanpak te betrekken. 
In de (tucht)rechtspraak wordt in geval van een conflict van plichten erkend dat een beroeps­kracht ook zonder toestemming van de ouders mag spreken. Uiteraard moet een dergelijk besluit om de zwijgplicht te door­breken zorgvuldig worden genomen. Beantwoording van de volgende vijf vragen helpt bij een zorgvuldige afweging:

  • Kan ik door te spreken zwaarwegende belangen van mijn cliënt of van zijn/haar kinderen behartigen?
  • Is er een andere mogelijkheid om ditzelfde doel te bereiken zonder dat ik mijn beroepsgeheim hoef te verbreken?
  • Waarom is het niet mogelijk om toestemming van de cliënt te vragen of te krijgen voor het bespreken van zijn/haar situatie met iemand die hem/haar kan helpen?
  • Zijn de belangen van de cliënt die ik wil dienen met mijn spreken zo zwaar dat deze naar mijn oordeel opwegen tegen de belangen die de cliënt heeft bij mijn zwijgen?
  • Als ik besluit om te spreken, aan wie moet ik dan welke informatie verstrekken, zodat het geweld of de mishandeling effectief kan worden aangepakt?

De kindcheck houdt in dat je in je contacten met volwassen cliënten nagaat of er kinderen in het gezin zijn en inschat of zij veilig zijn. De kindcheck helpt je om oudersignalen in kaart te brengen en vergroot de mogelijkheden om kindermishandeling te signaleren.

De kindcheck is onderdeel van de meldcode voor de kinderopvang, maar eigenlijk gericht op professionals die contacten hebben met volwassen cliënten en niet met hun kinderen en daarom niet beschikken over kindsignalen. In de kinderopvang is de kindcheck minder van toepassing omdat de kinderen wel in beeld zijn en signalen over het algemeen bij het kind (of in het contact tussen ouder(s) en kind) worden opgemerkt. Er kunnen dus eigenlijk op dagelijkse basis ‘kindchecks’ worden gedaan. De kindcheck zou van toepassing kunnen zijn op andere kinderen binnen het gezin die niet naar de kinderopvang gaan (bijvoorbeeld omdat ze al op de middelbare school zitten).

De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de meldcode ligt bij de houder van de kinderopvangorganisatie. Intern kunnen er afspraken worden gemaakt over verantwoordelijkheden van verschillende personen. Er kan bijvoorbeeld een aandachtsfunctionaris worden aangesteld en/of er kunnen afspraken worden gemaakt over het uitvoeren van taken door leidinggevenden, etc. De eindverantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de meldcode ligt echter bij de houder van de kinderopvangorganisatie.

Lees meer over de verantwoordelijkheden van verschillende personen in een kinderopvangorganisatie.

Een risicotaxatie is de inschatting hoe waarschijnlijk het is dat een kind in de toekomst (opnieuw) mishandeld, verwaarloosd of misbruikt zal worden. Er zijn hiervoor instrumenten beschikbaar. Veilig Thuis kan helpen een risicotaxatie uit te voeren.

In de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is inhoudelijk alleen het afwegingskader nieuw. Daarnaast is de bestaande meldcode (bestaande uit 3 routes) met bijbehorende handleiding herschreven waardoor het nu één document is. Om deze reden is de tekst ook geüpdatet.

De eerste paar stappen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de andere twee routes, de meldplicht bij een vermoeden van een gewelds- of zedendelict door een medewerker en seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling, zijn inhoudelijk niet gewijzigd.

Nee, er is voor gekozen om de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling met bijbehorende handleiding te vervangen door één protocol waar alles in staat. In het protocol kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag voor de kinderopvang is dan ook alles te vinden over de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, de meldplicht bij een vermoeden van een gewelds- of zedendelict door een medewerker en over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling.

In alle stappen van de meldcode kan contact worden opgenomen met Veilig Thuis voor overleg en advies. Je neemt in ieder geval contact op bij stap 2 als je geen collega’s hebt om de casus mee te bespreken. Bij stap 5 als de weging van het geweld in stap 4 heeft geleid tot de conclusie dat er sprake is van acuut en/of structurele onveiligheid neem je direct contact op met Veilig Thuis.

Vragen over Veilig thuis

(Bron: vooreenveiligthuis.nl, december 2018)

Meldingen op basis van eenmalige of kortdurende contacten

Veilig Thuis doet een veiligheidsbeoordeling die bestaat uit drie stappen:

  1. Aanvullende informatie verzamelen
    Veilig Thuis vult de melding aan met informatie over het betreffende gezin of huishouden uit andere bronnen:
  • meldingen die eerder bij Veilig Thuis of bij een van de andere 25 Veilig-Thuisorganisaties zijn gedaan;
  • informatie van de Raad voor de Kinderbescherming en eventueel informatie van de politie
  1. Beoordelen van de verzamelde informatie

Met behulp van het triage-instrument voert Veilig Thuis een veiligheidsbeoordeling uit.

  1. Het nemen van een besluit over de vervolgstap

Op basis van de veiligheidsbeoordeling komt Veilig Thuis tot een oordeel over de vraag welke instelling(en) of professional(s) het meest aangewezen zijn om de casus verder op te pakken.

Veilig Thuis rondt de veiligheidsbeoordeling binnen 5 werkdagen af.

Vervolgens nemen medewerkers van Veilig Thuis contact op met het gezin of huishouden óf Veilig Thuis draagt de casus over aan een andere instelling of professional. In enkele gevallen leidt de veiligheidsbeoordeling tot de conclusie dat er geen aanleiding is voor verdere stappen. In die gevallen sluit Veilig Thuis de bemoeienis direct af.

De professional informeert de direct betrokkenen over het feit dat hij/zij een melding heeft gedaan bij VT. In alle gevallen informeert Veilig Thuis de leden van het gezin of huishouden over de ontvangst van de melding en over de vervolgstappen die naar aanleiding daarvan gezet zullen worden.

Binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding rondt Veilig Thuis de veiligheidsbeoordeling af. Aansluitend krijg je als melder een terugkoppeling.

Van Veilig Thuis hoor je wie naar aanleiding van je melding het contact gaat leggen met de leden van het gezin of huishouden: Veilig Thuis zelf, een wijkteam of een professional die eerder al betrokken was. 

Meldingen op basis van langdurige of doorlopende contacten

Veilig Thuis wil de volgende onderwerpen met je bespreken:

  • Heb je stap 1 t/m 4 van de meldcode doorlopen? Wat waren je bevindingen?
  • Indien er sprake is van acute of structurele onveiligheid:
    – Ben je als professional in staat passende hulp te bieden of organiseren? Kun je met een veiligheidsplan werken? Kun je de verantwoordelijkheid voor de zicht op veiligheid organiseren?
    – Werken de directbetrokkenen mee aan de geboden of georganiseerde hulp?
    – Leidt deze hulp tot stabiele veiligheid?
  • Vervolgens wordt de werkwijze van Veilig Thuis toegelicht en wordt besproken welke afspraken gemaakt kunnen worden over terugkoppeling en contact met de directbetrokkenen.

Veilig Thuis doet een veiligheidsbeoordeling die bestaat uit drie stappen:

  1. Aanvullende informatie verzamelen

Veilig Thuis vult de melding aan met informatie over het betreffende gezin of huishouden uit andere bronnen:

  • Meldingen die eerder bij Veilig Thuis of bij een van de andere 25 Veilig-Thuisorganisaties zijn gedaan;
  • Informatie van de Raad voor de Kinderbescherming en eventueel informatie van de politie
  1. Beoordelen van de verzamelde informatie

Met behulp van het triage-instrument voert Veilig Thuis een veiligheidstaxatie uit

  1. Het nemen van een besluit over de vervolgstap

Op basis van de veiligheidstaxatie komt Veilig Thuis tot een oordeel over de vraag welke instelling of professional het meest aangewezen is om de casus verder op te pakken.

Veilig Thuis rondt de veiligheidsbeoordeling binnen 5 werkdagen af.

Heb je als professional een melding gedaan op basis van je afwegingskader en ben je van mening dat je zelf over voldoende mogelijkheden beschikt om de noodzakelijke hulp te bieden of te organiseren? Dan zal Veilig Thuis na 5 werkdagen contact met je opnemen en je adviseren over het vervolg.

Heb je als professional een melding gedaan en ben je van mening dat Veilig Thuis de verantwoordelijkheid voor het zicht op de veiligheid van je moet overnemen? Dan zal Veilig Thuis je na 5 werkdagen informeren over het vervolg.

Ook zal Veilig Thuis na 5 werkdagen de leden van het gezin of huishouden dat je hebt gemeld, informeren over de melding en over de afspraken die over het vervolg met je zijn gemaakt.

Binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding rondt Veilig Thuis de veiligheidsbeoordeling af. Aansluitend krijg je als melder een terugkoppeling.

Zet Veilig Thuis de dienst Voorwaarde en vervolg of de dienst Onderzoek in, dan krijg je als melder een tweede terugkoppeling. Die ontvang je binnen 10 weken na de eerste terugkoppeling

Als Veilig Thuis de verantwoordelijkheid voor het zicht op de veiligheid  op zich neemt dan hoor je bij de terugkoppeling wie contact gaat leggen met de leden van het gezin of huishouden: Veilig Thuis zelf, een wijkteam of een professional die eerder al betrokken was. 

Als je bij de melding van oordeel was dat je zelf over voldoende mogelijkheden beschikte om de noodzakelijke hulp te bieden of te organiseren dan krijg je bij de terugkoppeling:

  • antwoord op de vraag of er eerdere meldingen zijn gedaan;
  • informatie uit de eerdere meldingen voor zo ver je die informatie nodig hebt voor het bewerkstelligen van directe en stabiele veiligheid;
  • het resultaat van de door Veilig Thuis uitgevoerde veiligheidstaxatie;
  • een deskundig advies van Veilig Thuis over de vervolgstappen. Veilig Thuis kan je advies geven om de hulp die je biedt of organiseert:
    • voort te zetten. Deze lijkt voldoende voor het bewerkstelligen van directe en stabiele veiligheid.
    • aan te passen. Aanpassing op onderdelen lijkt voldoende voor het bewerkstelligen van directe en stabiele veiligheid.
    • uit te breiden met directe bemoeienis van Veilig Thuis. Naast de hulp die je biedt of organiseert lijkt directe bemoeienis van Veilig Thuis noodzakelijk voor het bewerkstelligen van directe en stabiele veiligheid.

Veilig Thuis hecht veel waarde aan het informeren van de huisarts, Jeugdgezondheidszorg en school over onveilige situaties waarin hun patiënt/cliënt/leerling verkeert. Als er een nieuwe melding binnenkomt over een gezin of huishouden, dan zal de veiligheid opnieuw worden beoordeeld (triage) en zullen betrokken professionals geïnformeerd worden als dat nodig is voor de uitoefening van hun taak en verantwoordelijkheid.

Als Veilig Thuis heeft overgedragen aan een ketenpartner dan worden nieuwe meldingen, na triage, in de regel overgedragen aan diezelfde ketenpartner. In die situatie zal deze ketenpartner relevante andere partijen informeren.

Als je van oordeel bent dat je zelf over voldoende mogelijkheden beschikt om de noodzakelijke hulp te bieden of te organiseren dan levert de melding je de volgende voordelen:

  • je krijgt antwoord op de vraag of er eerdere meldingen zijn gedaan;
  • je krijgt informatie uit de eerdere meldingen voor zo ver je die informatie nodig hebt is voor het bewerkstelligen van directe en stabiele veiligheid;
  • je kunt op basis van die informatie contact en samenwerking zoeken met anderen die zich zorgen maken over dit gezin of huishouden;
  • je hoort het resultaat van de door Veilig Thuis uitgevoerde veiligheidsbeoordeling;
  • je krijgt een deskundig advies van Veilig Thuis over de vervolgstappen;
  • je kunt met Veilig Thuis de samenwerking aangaan om de onveilige situatie te stoppen.

Het oordeel dat je over voldoende mogelijkheden beschikt om de noodzakelijke hulp te bieden of te organiseren is daardoor mede gebaseerd op:

  • informatie van anderen
  • het oordeel van Veilig Thuis

Als je van oordeel bent dat je zelf niet over voldoende mogelijkheden beschikt om zelf de noodzakelijke hulp te bieden of te organiseren dan neemt Veilig Thuis de verantwoordelijkheid voor het zicht op de veiligheid van je over.

Wanneer je als professional een melding doet op basis van je afwegingskader, dan bespreek je de melding vooraf met je cliënt waarbij je duidelijk maakt dat het om een ernstige situatie gaat. Je bent tot de conclusie gekomen dat het in dit gezin of huishouden acuut en/of structureel onveilig is.

Veilig Thuis beschikt als enige partij over alle informatie die bekend is over het huiselijk geweld of de kindermishandeling en kan op basis daarvan eraan bijdragen dat professionals rond het gezin samenwerken aan hun veiligheid en dat zij kunnen beschikken over de informatie die nodig is om tot een effectieve aanpak te komen.

Bij het doen van de melding vraagt Veilig Thuis je alle relevante informatie. Welke inschatting maak je van de veiligheid? Wat verwacht je van het doen van de melding? Ben je zelf in staat om hulpverlening te bieden of organiseren die leidt tot stabiele veiligheid? Al deze informatie is van directe invloed op de veiligheidsbeoordeling die Veilig Thuis gaat opstellen.

Veilig Thuis stelt de veiligheidsvoorwaarden op, zo veel mogelijk in samenspraak met de leden van het gezin of huishouden en waar mogelijk ook met betrokkenheid van professionals en ketenpartners.

Na de veiligheidsbeoordeling zet Veilig Thuis een deel van de casussen direct door naar wijkteams. Het gaat daarbij om casussen die wat betreft aard en ernst van de gemelde problematiek door de wijkteams kunnen worden opgepakt. Voorwaarde daarbij is dat, op basis van afspraken met de gemeente, het wijkteam het oppakken van deze casussen in het takenpakket heeft. Het gaat om lokaal maatwerk, veelal gebaseerd op samenwerkingsovereenkomsten tussen gemeenten en Veilig Thuis.

De aanwezige kennis en kunde in wijkteams verschillen onderling. Daarom is lokaal maatwerk nodig. Veilig Thuis baseert zich bij de toedeling van casuïstiek in veel regio’s op samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten waarin afspraken zijn vastgelegd over de taken van de wijkteams in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en over het kennisniveau van de medewerkers in de wijkteams.

Veilig Thuis draagt over aan reeds betrokken hulpverlening op basis van de volgende criteria:

  • de hulpverlener kan en wil de gemelde problematiek op een adequate manier aanpakken;
  • de hulpverlener is daar naar het oordeel van VT toe in staat.

Bij een melding door een professional die als hulpverlener betrokken blijft, verstrekt Veilig Thuis  bij overdracht onder andere de volgende informatie:

  • Aan het wijkteam: de gegevens over de melder.
  • Aan de melder: de gegevens over het lokale veld.

Het is vanaf dat moment de verantwoordelijkheid van zowel het lokale veld als van de professional die gemeld heeft, om het contact en de samenwerking te zoeken. Vanaf dat moment kan in partnerschap met elkaar en met het gezin of huishouden gewerkt worden aan directe en stabiele veiligheid.

Het feit dat er een (nieuwe) melding binnenkomt wil niet per se zeggen dat de lopende hulp ontoereikend is.

Nieuwe incidenten van geweld zijn kenmerkend voor de problematiek van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zij geven aanleiding om een eerder opgesteld veiligheidsplan aan te scherpen. Veilig Thuis adviseert de betrokken hulpverlener hierbij. Veilig Thuis zal zelf de verantwoordelijkheid voor het zicht op veiligheid op zich nemen wanneer in het overleg met de betrokken hulpverlener(s) blijkt dat zij niet over voldoende mogelijkheden beschikken om stabiele veiligheid te bewerkstelligen. 

Veilig Thuis bespreekt met de betrokken hulpverlener of hij van oordeel is dat hij directe en stabiele veiligheid kan bewerkstelligen, én:

Veilig Thuis vormt ook voor zichzelf een oordeel over de vraag of de betrokken hulpverlener hiervoor over voldoende mogelijkheden beschikt. De door Veilig Thuis uitgevoerde veiligheidsbeoordeling speelt een belangrijke rol bij deze afweging.

Nieuwe incidenten van geweld zijn kenmerkend voor de problematiek van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zij geven aanleiding om een eerder opgesteld veiligheidsplan aan te scherpen. Veilig Thuis adviseert de betrokken hulpverlener hierbij. Veilig Thuis zal zelf de verantwoordelijkheid voor het zicht op veiligheid op zich nemen wanneer in het overleg met  de betrokken hulpverlener(s) blijkt dat zij niet over voldoende mogelijkheden beschikken om stabiele veiligheid te bewerkstelligen. 

De radarfunctie gaat om het verbinden van informatie en om het volgen van de veiligheid, na overdracht. Om deze functie goed te kunnen vervullen gaat Veilig Thuis over méér informatie beschikken, afkomstig uit de volgende bronnen:

  • meldingen van professionals die melden op basis van hun afwegingskader. Daardoor komen meer meldingen op de radar;
  • meldingen die eerder zijn gedaan bij een van de 26 Veilig-Thuisorganisaties. Een landelijk Veilig-Thuisregister maakt het mogelijk na te gaan of niet alleen in de eigen regio, maar ook in andere regio’s eerder een melding is binnengekomen bij een van de Veilig-Thuisorganisaties;
  • het langdurig en intensiever monitoren van casussen door Veilig Thuis is tevens onderdeel van de radarfunctie. Veilig Thuis zal in contact met de directbetrokkenen en de betrokken professionals vaststellen of het veilig is geworden en of deze veiligheid in stand blijft.

De overdrachtspartijen hebben van Veilig Thuis informatie gekregen over de melder in het geval je als melder een doorlopende rol hebt in de hulpverlening aan het gezin of huishouden. Omgekeerd heeft de melder informatie van Veilig Thuis gekregen over de overdrachtspartijen.  Het is de verantwoordelijkheid van de overdrachtspartijen én van de melder om het initiatief tot samenwerking te zoeken. Zo kan een veiligheidsplan worden opgesteld in samenspraak tussen melder, overdrachtspartijen en de leden van het gezin of huishouden. 

In nauwe samenwerking met de leden van het gezin of huishouden en met de betrokken professionals gaat Veilig Thuis na of het in het gezin of huishouden stabiel veilig is geworden en of er gewerkt wordt aan herstel. Bij de start maakt Veilig Thuis afspraken over de momenten en de manier waarop het monitoren zal worden uitgevoerd.

Om vast te stellen dat de stabiele veiligheid is hersteld zal Veilig Thuis contact onderhouden met de betrokken professionals en met de leden van het gezin of huishouden totdat het stabiel veilig is. 

Casussen waarbij Veilig Thuis de veiligheidsvoorwaarden heeft vastgesteld, worden gemonitord. In deze casussen heeft Veilig Thuis gesprekken gevoerd met alle betrokkenen en heeft zich op basis daarvan een goed beeld kunnen vormen van de onveiligheid en van de voorwaarden waar tenminste aan voldaan moet worden om de veiligheid te herstellen.

Casussen die door Veilig Thuis direct na de veiligheidsbeoordeling zijn overgedragen aan het lokale veld of andere ketenpartners, worden niet gemonitord. Bij deze casussen heeft Veilig Thuis geen veiligheidsvoorwaarden opgesteld met gezin en hulpverleners en daarom vindt geen monitoring op de veiligheidsvoorwaarden plaats.

Veilig Thuis draagt zorg voor het zicht op veiligheid, wat inhoudt:

  • Veilig Thuis heeft een actueel beeld van de veiligheid van alle leden van het gezin/huishouden;
  • Veilig Thuis schat de veiligheid in aan de hand van een gestandaardiseerd veiligheidstaxatie-instrument;
  • Veilig Thuis beoordeelt de veiligheid in multidisciplinair of intercollegiaal verband.

Veilig Thuis is verantwoordelijk voor het zicht op veiligheid als de melding is aangenomen en de triage is uitgevoerd (maximaal 5 werkdagen) of eerder indien er sprake is van een (crisis)situatie die spoed vereist.

Veilig Thuis blijft zelf verantwoordelijk voor de noodzakelijke vervolgstappen – en dus voor het zicht op de veiligheid – als de uitkomst van de triage tot een of meer van de volgende conclusies leidt: 

  • de bedreiging van de veiligheid van een of meer betrokkenen vraagt om directe interventie;
  • uit de melding blijkt dat er sprake is van structurele onveiligheid;
  • uit de melding kan worden opgemaakt dat er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, maar de melding bevat onvoldoende informatie om een oordeel te vormen over de vraag welk vervolgtraject passend is; 
  • het vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling vraagt om nader onderzoek;
  • er is anonimiteit ten opzichte van het gezin toegezegd aan de melder door Veilig Thuis; 
  • Veilig Thuis heeft besloten tot het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming. 

Besluit Veilig Thuis in de triage dat de casus bij Veilig Thuis blijft, dan is Veilig Thuis gedurende zijn bemoeienis verantwoordelijk voor het zicht op veiligheid.

Veilig Thuis zal de veiligheid monitoren nadat er door Veilig Thuis veiligheidsvoorwaarden zijn opgesteld of onderzoek is uitgevoerd. In die situaties zal over een langere periode worden gevolgd of er sprake is van veiligheid.

Als in de triage wordt besloten dat de casus direct kan worden overgedragen aan het lokale veld of aan lopende hulpverlening dan zal deze instantie de veiligheid monitoren, indien nodig. Veilig Thuis kan de overdrachtspartij advies geven en ondersteunen bij het werken aan veiligheid. Bij nieuwe ontwikkelingen die wijzen op zich herhalende onveiligheid zal altijd de Meldcode opnieuw doorlopen worden, wat kan leiden tot een nieuwe melding bij Veilig Thuis.

De radarfunctie van Veilig Thuis houdt in dat de 26 Veilig Thuis organisaties informatie uit meldingen met elkaar verbinden en aan elkaar kunnen verstrekken. Bij iedere nieuwe melding wordt deze informatie aangevuld. Naarmate er meer professionals melden (ook als zij zelf hulp bieden of organiseren), beschikt Veilig Thuis over meer informatie die (bovenregionaal) gecombineerd kan worden. Zo kan Veilig Thuis tot een zorgvuldige beoordeling en besluitvorming komen bij een nieuwe melding.

Daarnaast kan een professional een signaal afgeven in de VIR als er zorgen zijn over een jeugdige (0-23 jaar). De verwijsindex is een digitaal hulpmiddel dat professionals verbindt als ze bij dezelfde jeugdige betrokken zijn. Zo wordt voorkomen dat ze langs elkaar heen werken. Veilig Thuis kan ook een signaal afgeven in de VIR, afhankelijk van de regionale afspraken die daarover zijn gemaakt. 

De direct betrokkenen hebben het recht te vragen om vernietiging van hun dossier. In het geval dat Veilig Thuis tot de conclusie komt dat er geen sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, dan zal Veilig Thuis de direct betrokkenen actief wijzen op dit recht. Een verzoek tot vernietiging wordt in dat geval ingewilligd.